FAQ 5. Wie is 'huurder' wanneer de huurovereenkomst betrekking heeft op de woning van een gehuwd paar of wettelijk samenwonenden?
Voor de huurovereenkomsten gesloten vóór 1 januari 2019 heeft de wetgever in een bescherming voorzien van de echtgenoten-huurders en hun gezinswoning in artikel 215 §2 van het Burgerlijk Wetboek.
Dit heeft tot gevolg:
- dat de huurovereenkomst betreffende de woning die bestemd is tot hoofdverblijfplaats van een gehuwd paar, altijd verondersteld wordt gesloten te zijn door beide echtgenoten, zelfs indien het contract slechts gesloten werd door één van de echtgenoten, en zelfs als het gesloten werd vóór het huwelijk;
- dat de verhuurder verplicht is alle opzeggingen, kennisgevingen en exploten met betrekking tot de huurovereenkomst in twee exemplaren afzonderlijk aan elk van de echtgenoten op te sturen;
- dat de opzeggingen, betekeningen en exploten tevens door de twee echtgenoten-huurder afzonderlijk aan de verhuurder moeten geadresseerd worden.
Voor de woninghuurovereenkomsten gesloten vanaf 1 januari 2019 werd een uitdrukkelijke bepaling (artikel 51 Vlaams Woninghuurdecreet) opgenomen in het Vlaams Woninghuurdecreet dat de medehuur regelt voor gehuwden en wettelijk samenwonenden.
Beide gehuwden of wettelijke samenwonende partners worden altijd samen beschouwd als huurder, ook al is de overeenkomst maar door één van beiden ondertekend of dateert deze van voor het huwelijk of de wettelijke samenwoning.
Indien de huurovereenkomst van voor het huwelijk of de wettelijke samenwoning dateert, en de huurovereenkomst maar door één van beide partijen was gesloten, dan moeten ze de verhuurder op de hoogte brengen van het huwelijk of de wettelijke samenwoning.
Beide huurders zijn tegenover de verhuurder “hoofdelijk en ondeelbaar gehouden voor de uitvoering van de verplichtingen van de huurovereenkomst”. Dit heeft tot gevolg dat elke partner individueel kan worden aangesproken voor het volledige bedrag van een bepaalde schuld. De partner die huurder wordt, is niet gebonden aan verplichtingen die al bestonden voor het huwelijk of de wettelijke samenwoning. Ook de rechten van de huurovereenkomst worden door beide partners samen uitgeoefend. Dit heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat de verhuurder de opzegging aan beide partners zal moeten richten en dat beide partners ook samen de opzegging moeten doen.
Wat is de sanctie:
Indien deze formaliteiten niet worden nageleefd, kan de verhuurder de nietigheid van de aktes die door de huurders aan hem worden opgestuurd niet inroepen nl. artikel 215 B.W. beoogt de bescherming van de belangen van de echtgenoot-echtgenote.
Elk van de echtgenoten - huurders zal wel de nietigheid van de akten, die slechts aan één van hen werden geadresseerd door de verhuurder of slechts door één van de echtgenoten aan de verhuurder werden geadresseerd, kunnen inroepen, op voorwaarde te bewijzen dat de verhuurder kennis had van het huwelijk of de wettelijke samenwoning.
Indien de verhuurder een opzeggingsbrief slechts naar een van beide partners verstuurt, dan blijft dit zonder gevolg. De vordering van de verhuurder is dan onontvankelijk, indien hij op de hoogte was van het huwelijk of de wettelijke samenwoning.
Wat bij beëindiging van het huwelijk of de wettelijke samenwoning?
Als de huurders uit elkaar gaan, dan bepalen ze onderling wie de huurovereenkomst voortzet. De huurders bezorgen aan de verhuurder dan de gegevens van de partner die de huurovereenkomst voortzet.
Indien de huurders het onderling niet eens geraken, kan ieder van hen naar de vrederechter gaan. De vrederechter zal dan bepalen wie de huurovereenkomst kan voorzetten en het tijdstip waarop de andere partner geen huurder meer is.